"Muziek is als een toetje: er is altijd plaats voor."


Sander Lekkerkerk

Voorwoord PianoVrienden

Met trots presenteren wij u dit persoonlijke en inspirerende interview met Sander Lekkerkerk. Zijn liefde voor de piano, toewijding aan muziek en zijn openhartige reflecties geven een uniek inkijkje in het leven van een gepassioneerde pianist. Wij hopen dat zijn verhaal u zal inspireren en ontroeren.

Persoonlijke Achtergrond en Opleiding


Op welke leeftijd begon je met pianospelen, en wat inspireerde je om voor de piano te kiezen?


Ik begon op mijn zesde met pianolessen. Ik wilde het wel altijd al, maar we hadden tot mijn vijfde geen piano thuis. De piano kwam omdat ik nou eenmaal gek was op de piano (de klank trok me altijd heel erg aan) en omdat het goed zou zijn voor de motorische ontwikkeling van mijn grote broer, dus eigenlijk een half-medische en normale opsomming van omstandigheden die ervoor zorgden dat er een piano kwam en de lessen konden beginnen. Na een jaar stopte mijn broer, en het lijkt me wel duidelijk dat ik nog altijd druk bezig ben met de piano!

Ik begon wel pas echt actief te spelen toen ik zestien was en mijn vinger brak tijdens een partijtje rugby. Ik had altijd (en heb nog steeds) een heel brede interesse in wetenschap, geschiedenis, deed wilde sporten (en nu dus niet meer!) en zo nog meer. Er is een quote van Rachmaninov: Music is enough for a lifetime, but a lifetime is not enough for music. Daarom ben ik al mijn kaarten vanaf toen in gaan zetten op de piano. Ik dacht er nog over biologie of medicijnen ernaast te studeren, maar ik dacht dat later niet goed te kunnen combineren. Sommige mensen doen dat wel succesvol, maar ik doe juist alle andere dingen liever als hobby en houd de piano en muziek echt speciaal op de voorgrond, met alle offers van dien.

Mijn opa had een vleugel en speelde met mij op schoot toen ik nog een baby was, de Kinderszenen van Schumann was toen mijn favoriet. Verder had ik toen ik vijf werd een grote obsessie met het tweede pianoconcert van Rachmaninov, en daarvoor (volgens mijn moeder in de wieg) een grote reactie op Beethoven. Ik moet zeggen dat dat altijd nog wel het geval is. Goede muziek is als een toetje: er is altijd plaats voor!


Kun je iets vertellen over je vroege muzikale opleiding en de invloed van je eerste docenten?


Ik had, voordat de piano er was, een soort pre-instrumentale muzieklessen bij Brian van Popering, en begon daarna bij Miroslav Dimitrov. Daarna ging ik naar Dorien Leidelmeijer, met wie ik nog altijd goed contact heb. Zij leerden me noten lezen en basiszaken, maar veel details weet ik tot mijn spijt niet meer. Ik weet nog wel een leuke anekdote over Miroslav: naar het schijnt had hij tijdens de eerste les uitgelegd dat er een hele noot is, en dat die vier tellen duurt. Hij had toen, hoewel zijn Nederlands fantastisch is, een klein Bulgaars accent. Hij noemde het dus een ‘Ghele’ noot. Naar het verluid riep ik toen uit: “Maar ik zie helemaal geen gele noten!”


Welke rol speelde je familie in je muzikale ontwikkeling?


Mijn ouders hebben me altijd gemotiveerd en achter me gestaan. Ook speelt mijn moeder mooi fluit en piccolo in een amateurorkest en tegenwoordig is ze heel enthousiast bezig met de saxofoon. Mijn vader speelde ook fluit, maar is verder bovenal een lieve en ondersteunende man die me her en der heenbracht. Volgens mij hadden we ook toen ik jong was altijd Classic FM opstaan, waar ik altijd van genoot. Daarnaast heb ik nog lang pianoles gehad van een jongere broer van mijn vader, die bijvak piano gaf aan het conservatorium van Rotterdam. Hij heeft me ook veel geleerd over pianospelen, maar op het podium komen en dus echt uitvoerend muziek maken is wel even andere koek, en bijvoorbeeld zaken als beurzen vinden, concerten vinden en dat soort dingen zijn zaken waar ik in mijn jeugd minder van mee heb gekregen. Misschien is dat in families waar iedereen op het podium staat anders. Ik loop daar trouwens nog steeds mee achter. Aan de andere kant heb ik veel geleerd over wat een breder en minder gespecialiseerd publiek mooi vindt aan het pianorepertoire, dus ik kan diplomatieke programma’s ontwerpen die mensen goed aanspreken, wat wel weer een voordeel is. Ik ben zelf (en trouwens mijn docent Konstantin Scherbakov in Zürich ook) trots op mijn Singing from the Piano en Pieces on Places programma, want dat zijn concrete, mooie, niet te lange stukken waar iedereen wat aan heeft (mits goed gespeeld natuurlijk).


Hoe heeft je studie aan de Zürcher Hochschule der Künste in Zürich je muzikale perspectief verbreed?


Dat is een vraag waar eigenlijk heel moeilijk antwoord op te geven is. Het eerste wat in me te binnen schiet is een anekdote uit de natuurkunde over twee- en driedimensionale wezens. In een tweedimensionale wereld is er geen boven of beneden, dus kun je als buitenstaander deze aanschouwen zonder echt gezien te worden door de wezens daar. Als je daar buiten komt, wordt alles ineens heel anders. Dat is een beetje wat ik heb ervaren tijdens mijn studie in Zwitserland tijdens het algemene studeren bij docenten als Konstantin Scherbakov en Ulrich Koella; die hebben me echt een diepte en kwaliteit laten zien in de muziek die ik in Rotterdam eenvoudigweg niet meekreeg en ook niemand me daar demonstreerde, net als het pad dat daarvoor nodig is. Ook mijn medestudenten in Zürich, hun niveau en hun mentaliteit maakten een groot verschil, net als het feit dat het conservatorium daar nooit dicht gaat en je dus altijd kunt (en misschien ook wel moet) studeren. Ook zijn de studenten daar veel slimmer met marketing en het vinden van beurzen, waar er in Zwitserland heel veel van zijn. Helaas was ik daar bij aankomst al te oud voor, dus heb ik er niet heel veel kaas van mogen eten, maar leerzaam is het zeker!

Het culturele leven in Zwitserland maakt ook een verschil: gewoon het feit dat daar zo veel geld zit, trekt natuurlijk ook heel goede musici aan. Scherbakov is als je het mij vraagt een van de beste pianisten ter wereld en ook een van de absolute topdocenten. Daarnaast kun je er ook in de lessen begeleiden van absolute sterren als bijvoorbeeld Diana Damrau. Het grappige is, dat ik het gevoel begin te krijgen dat er op dat niveau van uitvoeren en functioneren een onderliggende waarheid ligt. Het gaat in de richting van met zo weinig mogelijk activiteit de hoogst mogelijke muzikale en artistieke uitdrukking behalen door hard werken en een goede kennis van je instrument en mechanieken. Eigenlijk als een soort superefficiënte motor, en dat is ook iets wat we natuurlijk met onze huidige klimaatcrisis goed kunnen gebruiken. Maar het echte antwoord, daar moet ik nog in groeien. Als ik het voor mezelf in twee zinnen (liefst trouwens één) uit kan leggen, heb ik de les goed geleerd.


Welke ervaringen tijdens je opleiding hebben je het meest gevormd als muzikant?


Ik denk dat je moet leren van zowel je successen als van je fouten. Als je altijd maar één factor in overweging neemt, is het mijn vaste overtuiging dat je nooit goed uitkomt. Ik heb natuurlijk veel fouten gemaakt en waanzinnig goede lessen gekregen, maar ik denk dat een van de belangrijkste momenten het opnemen van een CD (die trouwens nog niet uit is!) met een zanger in Spanje, Lucas Lopez Lopez, was. Daarnaast ook het uitvoeren van mijn eindexamen van mijn eerste master in Zürich.

Tijdens de CD-opname had ik maar een maand om me voor te bereiden en bijna geen repetitiemogelijkheid. Toen we eenmaal in de studio waren, hoorden we dat we misschien maar beter op konden geven (niet van de producers, we waren gewoon heel erg ontevreden over hoe onze takes klonken). Gelukkig kwam toen onze vecht- in plaats van vluchtreactie omhoog en moesten we heel snel dingen oplossen om de boel nog een beetje te redden.

Tijdens mijn examen met Singing from the Piano was het een heel ander verhaal. Ik heb nog nooit met zoveel gemak en zo goed gespeeld, dus ik vraag me nog steeds wel eens af hoe ik dat voor elkaar heb gekregen. Van die uitvoering als topje van de ijsberg en de analyse van alles wat er daaronder zat, kun je ook waanzinnig veel leren en ik heb daar gelukkig wel wat voor mezelf over opgeschreven. Ik werk daar nog steeds op voort, alsof het een veer van de Vuurvogel was die ik nog altijd najaag.


Carrière en Optredens


Je hebt met ongeveer 35 ensembles en solorepertoire gewerkt tijdens je studie in Zürich. Hoe hebben deze samenwerkingen je muzikale interpretaties beïnvloed?


Wat je ook doet, als je de tijd neemt te reflecteren, leer je altijd wat. Je leert van met goede mensen spelen door hun visie en de flow en energie die het je kan geven en de inspiratie die dat met zich meebrengt, maar om het maar even bot te zeggen: met slechte musici spelen is ook leerzaam. Je moet dan vaak problemen oplossen van mensen die niet weten dat ze die hebben om het concert toch nog te redden en vaak extra energie in je spel stoppen om het muzikale vuur dat nodig is op een podium aan te wakkeren, omdat dat dan niet vanzelf gaat. Als er geen goed hout is, heb je een extra goede startvlam nodig om wat te starten, en om dat zelf te zijn kan ook een leerzame uitdaging zijn. Daarnaast speel je met anderen ook vaak stukken waar je zelf niet op zou komen, dus je leert ook repertoire van buiten je comfortzone te spelen. Zo speelde ik tijdens een concert stukken met ‘extended techniques’ van George Crumb waarbij ik bijvoorbeeld in de piano moest om over de snaren te gaan met mijn vingers, of glazen plaatjes op de snaren leggen en dan spelen, etc. Op zulke dingen was ik vaak niet zelf gekomen en het is gaaf dat dingen die sommige pianisten op Instagram nu als ‘nieuw’ portretteren, al in 1913 ontdekt zijn, en vaak nog beter, dieper en veelzijdiger uitgevoerd dan zij nu doen!


Kun je enkele hoogtepunten uit je carrière tot nu toe delen?


In elk geval alle keren dat ik met orkest soleerde. Ik denk dat de laatste keer, dat was in 2023, Rhapsody in Blue met orkest, ook qua uitvoering een hoogtepunt was. Ik had me als doel gesteld mensen totaal te overdonderen met de hoeveelheid energie/artistieke voltage. Dat had ik gezien tijdens een concert van Scherbakov: hij speelde met zoveel energie dat ik me als een oude man voelde, terwijl hij 40 jaar ouder is! En achteraf kwamen er mensen naar me toe die precies daarover hun verbazing uitspraken. Dat is dan een mooie bevestiging.

Daarnaast kom ik weer terug op mijn eindexamen hier, waar ik voor mijn gevoel zoveel bereikt had. Ik denk dat mijn hoogtepunten niet per se gebaseerd zijn op de locatie, want de keren dat ik in de Doelen speelde was ik niet zo blij met hoe ik speelde. Ik denk dat die eigen voldaanheid en de externe situatie hand in hand moeten gaan, dus dan is dat soleren met orkest of zo’n eindexamen veel meer op hun plek. Ook speel ik vaak benefietconcerten voor WereldWijd voor Kinderen in de gebouwen van het Apostolisch Genootschap, dat dan hun gebouwen volledig ter beschikking stelt voor het goede doel. Ik heb onder andere in Den Haag, Delft, Gouda en Rockanje mooie concerten gegeven, hoewel ik er dan zelf geen cent aan overhield.

Ook speel ik vaak in de Museumkonzerten in Winterthur. Een keer speelde ik daar in het Kunsthaus in een zaal waar de Monets en Van Goghs om en achter de vleugel hangen terwijl je speelt. Dat was een bizarre maar ook heel mooie ervaring! Het is zo inspirerend om met zulke mooie kunst om je heen te spelen!

Een laatste hoogtepunt was misschien afgelopen december toen ik met Lucas in Santiago speelde; we werden door een taxi van het vliegveld gehaald en die wachtte ons op met zo’n bordje met onze namen, waarna ik naar het hotel werd gebracht en ook de tickets werden voor ons georganiseerd, betaald en toegestuurd. Het was heerlijk zo in de watten te worden gelegd, en hoewel ik toen behoorlijk overwerkt en in een persoonlijke crisis was, was het concert helemaal niet slecht!


Hoe bereid je je voor op een belangrijk concert of recital?


Zo goed als ik kan. Soms is dat beter dan andere keren, want tja, dit universum is niet perfect. Soms ben je ziek of heb je al te veel andere dingen om je zo voor te bereiden als je echt wilt. Je moet je dus elke keer opnieuw aanpassen en plannen hoe je het gaat doen. In het allerbeste geval ken ik de stukken een jaar van tevoren al uit het hoofd en speel ik ze vanaf dat moment ook al af en toe voor publiek en ben ik ook fysiek goed in vorm ten tijde van het concert. Dat betekent goed slapen, een gezond dieet en genoeg bewegen. Voor mijn eindexamen hier heb ik drie maanden geen alcohol gedronken. In drukke periodes pas ik mijn schema altijd aan op deze gezondheidssoort marathonmethodes, maar anders houd ik het soms gewoon niet vol. Het is wel saai, maar ja, je weet waar je het voor doet! Het is dus een combinatie van goed en gezond studeren en goed en gezond leven en hopen dat alles dan goed komt. En als het dan niet zo goed gaat als gepland, ook een beetje zacht voor jezelf zijn. Optreden is vaak al moeilijk genoeg en om jezelf en je ontwikkeling dan onnodig (hoewel zelfkritiek wel goed en zelfs noodzakelijk is!) in de weg te staan is contraproductief, en dat is een term die ik in mijn dagelijks leven het liefst niet op mij van toepassing laat zijn.


Zijn er specifieke concertlocaties of festivals waar je bijzonder graag optreedt?


Ik heb het Apostolisch Genootschap (vanaf nu ApGen) en WereldWijd voor Kinderen al genoemd. Dat is voor mij een beetje een wieg: toen ik nog studeerde kreeg ik van ApGen in Den Haag een sleutel zodat ik altijd (op zondagochtenden na uiteraard) kon studeren. Daar heb ik denk ik nog altijd het meeste gestudeerd, hoewel ik al jaren in Zwitserland woon. Ik geef daar nog steeds soms concerten en geef daar, als ik in Nederland ben, nog altijd les. Dat voelt als een echte thuishaven en dat is natuurlijk een heel fijn gevoel om op het podium te hebben.

Daarnaast speelde ik vroeger vaak in de Kapelzaal in Leiden, maar die is helaas gesloopt. Daar gaf ik mijn eerste solorecitals. Ook de grote concertzaal van de Hochschule in Zürich vind ik heel erg mooi om te spelen. En zoals genoemd, het Kunsthaus in Winterthur was spectaculair.

5. Hoe ga je om met podiumvrees of zenuwen voor een optreden?

Op een gegeven moment kun je niks meer doen, dus moet je het loslaten en op het beste hopen. Nu is het wel zo dat met voorbereiding zelfverzekerdheid komt, en zelfverzekerdheid en de zekerheid van voorbereiding zijn de beste medicijnen tegen podiumvrees. Het is een beetje zoals mijn favoriete quote van Seneca: geluk is als kans en voorbereiding elkaar tegenkomen. Dus als je ‘geluk’ wil hebben, moet je hard studeren, en dan de kans krijgen (het concert zelf).


Repertoire en Opnames


Hoe selecteer je de stukken die je uitvoert en opneemt?


Wat dat betreft ben ik volgens mij lekker pragmatisch. Met collega’s is het belangrijk dat ik er goed betaald voor krijg en dat het haalbaar is: ik moet tenslotte ook leven en mijn huur betalen. Met solorepertoire ben ik wat diplomatieker: ik wil stukken uitvoeren waar iedereen het over eens kan zijn, dus het publiek moet er wat aan hebben en ik moet er zelf ook achter kunnen staan zonder voor mijn gevoel veel concessies te moeten doen. Je zal me dus niet snel Stockhausen horen spelen: ik kan daar zelf niet zo veel mee, en volgens mij 95% van al het publiek van klassieke muziek ook niet.


Zijn er specifieke componisten of werken die je voorkeur hebben?


Ik heb natuurlijk verlanglijstjes. Ik wil eigenlijk heel graag de fantasie in b-klein van Scriabin instuderen, maar daar heb ik geen tijd voor. Verder heb ik dus vaak een themaprogramma zoals dat Singing from the Piano of Pieces on Places. Ik kijk dus nog steeds naar stukken die daar binnen passen en zou bijvoorbeeld ook wel de Liszt-Figarofantasie of de Ave-Maria-bewerking van Liszt daaraan toe willen voegen!


Hoe benader je de interpretatie van zowel klassieke als hedendaagse werken?


Als muziek niet begrepen kan worden, is vaak de uitvoering ervan niet goed. Soms ligt het ook aan het stuk, maar dat laat ik nu verder buiten beschouwing. Als vuistregel geloof ik dat er altijd iets in de muziek is dat begrepen of overgedragen kan worden om het succesvol te maken. Voor mij ligt dat heel vaak in het scheiden van hoofd- en bijzaken. Als je dat specifieke deuntje mee zou kunnen fluiten en het logisch lijkt, is dat vaak ook wat het publiek en anderen willen horen. Ik ga dus vaak uit van de melodie en kijk hoe de rest daar omheen gebouwd is. Dat klinkt analytisch, maar het is ook een erg emotioneel werk: je moet goed luisteren om de specifieke uitdrukkingswens van de muziek op dat moment te begrijpen. Dat studeer je er dan bij in, en zo kom je, als je die begrippen veralgemeniseert, vaak tot een goede uitvoering. Ik noem hier graag nog twee extra dingen bij:


1.    Toen aan Rachmaninov werd gevraagd wat het allerbelangrijkste in de muziek is, noemde hij dat het antwoord daarop ‘vorm’ is. Als je daar lang over nadenkt, kom je achter de achterliggende wijsheid daarvan. Hoe uitdrukkingsvol moet een melodie aan het begin worden gespeeld, of in de climax, of juist in een overgangspassage? Alles, dus ook de klank en het ritme, is dan aan de vorm van het stuk onderhevig. Als je de vorm dus rationeel en emotioneel hebt begrepen en uitgewerkt, heb je dus eigenlijk het hele stuk onder een boog en een stuk van begin tot einde. Dat houdt dan ook de spanning vast en laat iedereen als het stuk afgelopen is van genoegen doen zuchten.


2.    Scherbakov vroeg een keer aan een student in een passage van een stuk waar de student het aan deed denken. Zij antwoordde dat het haar aan haar moeder deed denken. Scherbakov zei dat dat antwoord op zich goed was, maar dat hij haar moeder niet kende, dus daar niet zoveel mee kon als luisteraar. Als ze het zo zou spelen dat het over het begrip ‘moeder’ in het algemeen ging, zou het voor iedereen veel begrijpelijker zijn.

Een stuk goed spelen vraagt dus niet alleen een analyse en hard werk, maar ook het stellen van de juiste vragen tijdens het werken. En uiteindelijk moet alles natuurlijk kloppen.


Kun je iets vertellen over je ervaring met opnames en eventuele samenwerkingen met labels zoals Naxos?


Zelf heb ik niet veel ervaring met labels, maar natuurlijk heeft Scherbakov heel veel voor Naxos opgenomen. Daar kan ik verder alleen niet zo veel over vertellen, behalve dat de platenindustrie eigenlijk al tijden erg winstgevend is voor de maatschappij zelf, maar voor de artiest nog maar bij uitzondering financieel rendabel is. Opnames maken doe ik vaak voor collega’s als ze iets moeten sturen voor audities etc., dat is een soort bijbaantje voor me. Zelf moet ik hoognodig meer solo-opnames maken om meer publiciteit te kunnen maken. Ik blijf altijd te lang in de studeerkamer en perfectionisme hangen, dat moet ik nodig gaan veranderen.


Zijn er toekomstige opnames of projecten waar je naar uitkijkt?


Op 19 juni speel ik mijn laatste eindexamen hier, met het programma Pieces on Places. Daar kijk ik erg naar uit, hoewel ik nog wel veel moet studeren. Ik speel daar veel prachtige miniatuurwerkjes van Godowsky, bijvoorbeeld over Java, maar ook over Tanger, Ethiopië en Wenen. Daarnaast ga ik ook een van de weinige moderne werken die ik echt goed vind spelen, namelijk een van de vier Noord-Amerikaanse Ballades van Rzewski. Dat stuk gaat over katoenfabrieken in Noord-Amerika waar destijds de medewerkers er echt uit vrije wil werkten. Hoe Rzewski het zingen van de blues en de geluiden van de echt zware machines laat horen en deze combineert, vind ik absoluut geniaal, en daar kunnen ook normale luisteraars, mits het goed geïntroduceerd is, ook zeker van genieten. Dat speel ik daarna ook in Rockanje, en waar ik verder nog uitnodigingen voor krijg! Ik ga ook een soort geschreven werkje of presentatie met afbeeldingen maken, zodat het publiek een beeld krijgt bij de locaties en de tijd waar het zich in afspeelt. Dat lijkt me nou leuk!


Educatie en Lesgeven


Ben je betrokken bij lesgeven of educatieve projecten? Zo ja, kun je hier meer over vertellen?


Allebei mijn ouders zitten in het onderwijs en ook heb ik veel ooms en tantes die lesgeven. Ook bij mijn grootmoeders zat die wens erin, maar in die tijd was dat moeilijk te combineren met het hebben van een gezin. Dat heb ik ook meegekregen: ik geef ook graag les en heb ook twee kleinere lesbaantjes in Zwitserland. Daarnaast heb ik nog steeds leerlingen in Nederland die ik vaak met Zoom lesgeef, en als ik in Nederland ben, krijgen ze dubbele live-lessen. Daarnaast heb ik in februari ook voor het eerst vervangen als hoofdvakdocent in het conservatorium van Rotterdam. Ik was erg onzeker of ik wel goed en wijs genoeg was pianisten van ongeveer mijn leeftijd wat bij te brengen, maar ik heb me er goed doorheen geslagen en ben ook weer teruggevraagd! Ook geef ik graag presentaties bij concerten, niet alleen om mensen wat moois mee te geven en de muziek beter te begrijpen, maar ook om ze te inspireren zichzelf en hun omgeving mooier te maken zoals muziek dat ook kan doen. Dat vind ik ook belangrijk en ik hoop dat dat ooit ook een van mijn handelsmerken wordt.

Wat is je filosofie ten aanzien van muziekeducatie, en hoe probeer je jonge musici te inspireren?


De legendarische pianopedagoog Heinrich Neuhaus, docent van o.a. Richter en Gilels, zei ooit: "Als je de Gouden Toon nodig hebt, heb je mij niet nodig. Als je die niet nodig hebt, kan ik je niet helpen." Ik sta er niet volledig zo in, maar geloof wel dat alles wat we nodig hebben om verder te komen voornamelijk in onszelf zit. De voornaamste taak is een leerling met je eigen ervaring en kennis verder te helpen en deze te motiveren verder te gaan, maar wat ook zeker belangrijk is (voor mij dan) is zelf ongelooflijk mooi te spelen en dat te demonstreren tijdens de stukken die de leerling speelt tijdens de les, opdat de leerling dan de Gouden Toon nodig gaat hebben. Wat dat betreft zit ik bij Scherbakov perfect: ik heb nog nooit iemand zulke ontroerende en volmaakte demonstraties horen geven. Het heeft ook een andere kant: als ik les van iemand krijg die dat niet kan tijdens de les, vind ik het moeilijk daarnaar te luisteren en die informatie serieus op te nemen.


Hoe balanceer je je tijd tussen optreden, lesgeven en andere muzikale activiteiten?


Daar is geen algemeen antwoord op. Dit moet je allemaal een beetje zelf ontdekken en dat is al lastig zat, maar het is al een stuk makkelijker dan 5 jaar geleden. Inmiddels heb ik het geluk dat in Zwitserland pianodocenten goed betaald worden. Ik vind lesgeven weliswaar leuk, maar wil het ook niet te veel doen om te kunnen blijven studeren en optreden. Ik kan uiteindelijk met twee dagen per week lesgeven al een goede basis hebben en de rest besteden aan studeren voor optredens etc., en misschien nog een of twee ochtendjes lessen begeleiden op andere plekken voor de regelmaat. Dat gaat nu, hoewel lastig te combineren met een voltijdstudie, best oké. Natuurlijk zou het ideaal zijn tijdens je studententijd te genieten van enorme beurzen, sponsoren en rijke families zodat je niet hoeft te werken en je volledig kan ontwikkelen en studeren, maar zo werkt het leven voor in elk geval mij, en met mij vele anderen, niet. Gelukkig is het goed voor je karakter en houdt het je een beetje bescheiden, wat een mens ook kan sieren. Hoe dat over 10 jaar gaat als ik mogelijk een gezin moet onderhouden, daar kom ik later nog achter. Ik schrijf wel eens brieven aan mijzelf over bijvoorbeeld pianospelen maar ook over het leven en gedachtenexperimenten. Op het moment dat ik dit interview beantwoord, staat het op mijn lijst te bedenken hoe ik mijn leven over 10 jaar zou willen leiden en hoe dat er dan ongeveer uit zou zien op een zowel ideale maar ook realistische wijze. Ik zal dan ook wel op antwoorden komen hoe dat mogelijk te combineren is met het hebben van bijvoorbeeld een familie en alle tijd en financiële middelen die daarbij komen kijken, maar dat komt dan wel.


Welke adviezen geef je vaak aan je studenten om hen te helpen groeien als muzikant?


Ken je opnames. Je kan een echt genie zijn, maar als je de klank van Horowitz of de klasse van Rachmaninov nooit hebt gehoord, duurt het toch veel langer om deze zelf te ontdekken dan wanneer je hun opnames goed geluisterd en bestudeerd hebt. Het ontwikkelt je smaak, visie en klasse. Luister en zoek dus naar de allerbeste opnames uit de geschiedenis van de klassieke muziek en draag die bij je alsof het je telefoon/portemonnee is. Bij mij staan in die lijst bijvoorbeeld Christian Ferras, hoe hij het tweede deel uit het vioolconcert van Sibelius speelt, het Carnaval van Schumann door Rachmaninov, heel veel van Horowitz, de Melodie van Anton Rubinstein zoals gespeeld door Josef Hofmann en het Casta Diva van Callas. Zoek, maak je lijst, werk die uit en zorg dat je die kent en die nieuwsgierigheid blijft houden, ontwikkelen en deze opnames en de enorme kwaliteit daarvan blijft waarderen. Besteed minder tijd aan slechte opnames, want we willen onszelf en ons spel verbeteren en genieten van wat we horen. Dit is bijna spiritueel, maar dat is denk ik een onderdeel van onze taak als musici.


Hoe belangrijk vind je het om je kennis en ervaring door te geven aan de volgende generatie musici?


Op dit moment voel ik wat dat betreft nog geen enorme druk, want ik beschouw mezelf nog als deze volgende generatie. Dat zal over 20 jaar wel anders zijn en ik verwacht dan ook dat ik dan meer lesgeef of masterclasses geef. Dat is toekomstmuziek.


Projecten en Samenwerkingen


Kun je iets vertellen over je meest memorabele samenwerkingen met andere musici of ensembles?


Wat zo snel in me opkomt, zijn mijn samenwerkingen met altvioliste Anne-Sophie van Riel, Sylvain Dessane, Alexandra Maria Seywald, Lucas Lopez Lopez, Chris Postuma en Dominic Sierat (dirigent ZSO). Die deden me ervaren dat samen muziek maken iets is wat een echte wisselwerking is tussen energie, en soms ook het samenvoegen ervan. Het samenkomen met een orkest door een dirigent en het samen geven van een opmaat waarna alles samenkomt, is werkelijk iets magisch en had ik zonder de ervaringen en het werken met Scherbakov nooit kunnen behalen. Het geeft een enorme voldoening om op die manier te werken. Met Anne-Sophie heb ik een heel mooie manier van samen ritmisch spelen ontdekt, wat we in haar eindexamen ook met succes hebben uitgevoerd. Met Alexandra hebben we altijd heel interessante repetities met mooie ideeën en een heerlijke openheid in het spel, en met Lucas, Sylvain en Chris een mooie wisselwerking tijdens de uitvoeringen.


Zijn er specifieke projecten of samenwerkingen waar je momenteel aan werkt of naar uitkijkt?


Met Lucas ga ik binnenkort heerlijke liederen van Lili Boulanger uitvoeren, en Fanny Mendelssohn met Chris. Verder heb ik mijn eindexamen al genoemd, dus daar ga ik het verder niet meer over hebben. Ik kijk momenteel vooral naar mijn eindexamen, dus houd de rest een beetje leeg om hersenruimte te besparen, maar er zullen daarna vast weer mooie samenwerkingen komen!


Hoe benader je het samenwerken met andere musici, en wat vind je belangrijk in een muzikale samenwerking?


Er zijn veel factoren die ik belangrijk vind, maar je merkt vooral tijdens het werken of iets je stoort of juist bevalt. Ik denk dat openheid en zachtheid erg belangrijk zijn, maar natuurlijk moet er ook een gedeelde smaak zijn, interesse in de stukken, inspiratie, energie, chemie; het is fijn als je het ook persoonlijk goed met iemand kan vinden, of iemand graag naar je luistert als het gaat om het spel zelf of juist verbaal tijdens het bespreken van zaken over de muziek en dergelijke. Natuurlijk zijn er ook kleine muzikale stijl-dingen waar je het een beetje over eens moet zijn. Zelf vind ik het specifiek in ‘golfbewegingen’ afschuwelijk als iemand wil dat ik de eerste noot van elke maat erg uitrek en accentueer om een extra golfidee te krijgen. Om het even fonetisch te noteren: ik ben zelf dus meer van ta-dadadadada en niet taaaaa-dadadadada. Voor mijn gevoel valt de lange lijn en de vorm (waar ik dus zo verknocht aan ben) dan volledig uit elkaar en ik vind het een teken van muzikale en artistieke armoede om daar direct een rubato voor te gebruiken. Ik zou het in Chopin-nocturnes nooit doen en wil het dus ook niet in begeleidingen.


Heb je interesse in interdisciplinaire projecten die muziek combineren met andere kunstvormen?


Interesse, ja, maar ik ben ook nog druk met mijn eigen dingen en trouwens ook erg kieskeurig. Er zijn een heleboel interdisciplinaire projecten die ik een beetje de-kleren-van-de-keizerachtig vind en dus ook niet graag aan mee zou werken omdat ik niet geloof dat het, naast marketingkwaliteit, ook echte artistieke kwaliteit heeft. Maar, als het echt goed is, hoop ik dat ik wijs genoeg ben dat te herkennen en zou er dan ook graag aan meedoen. Bijvoorbeeld bij Pieces on Places sta ik er best voor open beelden en beeldende kunst te krijgen van kunstenaars etc., en soms kan ook lichtwerk heel goed werken bij stukken. Ook heb ik ooit Canto Ostinato gedaan met dansers, dat was ook erg mooi, maar het verschilt dus per project.


Hoe zie je de rol van technologie in toekomstige muzikale samenwerkingen en projecten?


Ik denk dat er daar nog wel interessante composities mee gemaakt gaan worden en dat er mooie projecten mee gaan ontstaan, maar ik denk dat de schoonheid van sommige muziek vooral in de juiste context tot uitdruk komt. Het is een beetje als een interieurontwerp: zou een barokke tafel in een minimalistische kamer nou goed passen? Het kan interessant zijn, maar ik denk dat we ons er soms aan moeten herinneren hoe dingen in hun eigen tijd waren. Misschien worden er ooit Beethovensonates uitgevoerd die qua licht en beeld versterkt worden door kunstmatige intelligentie, maar ik denk dat het ook belangrijk is dat gewoon ‘ouderwets’ te kunnen blijven horen in het Concertgebouw in een klassieke recitalvorm. In Japan hebben ze nog steeds eeuwenoude theeceremonies… Misschien zijn klassieke concerten in hun oude vorm, hoewel die natuurlijk kunnen veranderen, wel onze tradities. Vaak vinden we ons eten toch ook het lekkerst hoe onze moeder het maakte. Misschien is er naast de vernieuwing en de vormen die daaruit voortkomen ook extra behoefte aan de traditie, en is een Klassiek Klassiek-concertserie daarnaast ook helemaal geen gek idee. Als het publiek er niet op afkomt, heeft het economisch mechanisme/humanistische evolutie toch besloten en gesproken. Toch denk ik dat er een niche voor is, omdat ik er zelf een levend deel van ben. Het zou ook een mooie tegenstelling zijn met de vergaande digitalisering van de maatschappij, en volgens mij is er een grote behoefte aan wandelen in het bos en activiteiten zonder telefoon, maar met oprechte kwaliteit.


Persoonlijke Reflecties en Toekomstvisie


Welke uitdagingen ben je tegengekomen in je carrière, en hoe heb je deze overwonnen?


In alle eerlijkheid denk ik dat overwinningen in het leven vaak tijdelijk zijn en circulair voorkomen. Elke keer dat je een niveau hoger komt, krijg je weer dezelfde problemen, alleen aangepast op het niveau waarin je je nu bevindt. Het zal altijd werk blijven vragen.

Vroeger maakte ik bijvoorbeeld totaal geen reclame voor mezelf en nu maak ik dat een klein beetje, nog totaal niet genoeg. Ook speelde ik met veel minder controle, en hoewel dat nu beter is, is het nog altijd niet genoeg. Het is een beetje een asymptotisch verband. Misschien is een betere vergelijking die tot een hardloper: zelfs als je een marathon kan lopen, betekent het niet dat 20 kilometer of zelfs maar één kilometer geen moeite kost. Je moet je toch aankleden, schoenen aan, eruit, noem het maar op. En altijd blijven er calorieën bij verbrand worden. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst en zelfs met oplossingen zal je de oplossing op herhaalde problemen moeten blijven herhalen. Gelukkig houd ik van de muziek, waardoor dat me lichter valt. Waar ik bijvoorbeeld tegenwoordig mee bezig ben is ‘weer’ techniek: hoe zit ik, hoe houd ik mijn nek en schouders met name, hoe beweeg ik mijn vingers, hoe leer ik een stuk… Het is een combinatie tussen het elke keer verbeteren van een microscoop en het inzoomen ervan, dus het herhalen van het oplossen van problemen op een hoger niveau, en de moeite die een hardloper met kortere afstanden alsnog moet doen.

Bijvoorbeeld: werkt een sectie niet goed, probeer dan na te gaan of je vingerzetting wel echt goed is, of je de juiste frasering denkt, en of je lichamelijk wel volledig ontspannen bent. Dat zijn allemaal oplossingen voor pianistische problemen, maar je moet ze wel nagaan. En natuurlijk om dat allemaal tegelijk te doen… Dat maakt pianospelen een van de lastigste dingen die een mens kan doen! Ga maar na: je speelt een intellectueel waanzinnig lastig stuk uit je hoofd, met allemaal verschillende stemmen, je gebruikt er je lichaam op heel lastige manieren bij (holbewoners deden zulke dingen echt niet met hun vijf vingers hoor!) en daarnaast ook nog de pedalen goed bedienen, omdat je goed luistert, je geweldig concentreert, in een vaste puls ook nog, en dan emoties eraan toevoegen!


Hoe blijf je jezelf artistiek uitdagen en ontwikkelen?


Hierbij verwijs ik weer een beetje naar de opnames die ik zo belangrijk vind. Als dat je doel is, blijf je jezelf uitdagen je interpretatie te verbeteren. Het werk kan heel goed worden, maar er blijft altijd wel iets te doen. Mijn definitie van een goede uitvoering is min of meer de volgende: het is ‘perfect’ genoeg voor een publiek als jouw oren verder hebben ingezoomd dan het beste paar oren in de zaal. Dat is dan voor een publiek, en soms is het publiek erg streng, maar als musicus moet je je eigen oren en bevrediging ook niet vergeten. Ik ben daarom ook erg blij met Scherbakov, die altijd tot groei blijft aanmoedigen en de noodzaak ervan verkondigt. Ik hoop dat ik na vier jaar met hem dat belichaam als gewoonte en er de rest van mijn leven mee door kan, want soms word je ook moe. De motivatie moet dus uit zowel de muziek zelf als jouw liefde ervoor komen, en je liefde tot het verbeteren van zaken, zowel jouw spel als jijzelf als misschien ook wel de ruimte om je heen. Het haakt ook weer een beetje terug op wat Neuhaus zei over de Gouden Toon. Zolang je die nodig hebt en nog niet hebt gevonden, blijf je zoeken. En als je die hebt gevonden, ga je er zo van houden dat je niet meer zonder kan en blijft werken om die bij te houden.

"Geluk is, als kans en voorbereiding elkaar tegenkomen."

Wat beschouw je als je grootste prestatie tot nu toe?


Er zijn altijd dingen om trots op te zijn en er zijn veel verschillende variabelen om mee te meten. Ik zou het spelen van drie Chopin-Godowsky-etudes kunnen noemen, of het soleren met orkest, maar ik kies denk ik voor dat wat een grote prestatie is geweest, maar vooral de meest verdragende consequenties had. Dan is het het in de klas van Scherbakov geaccepteerd te zijn. Ik heb een enorme bewondering voor hem als pianist en persoon, dat zal wel duidelijk zijn uit dit interview. Maar ook voor zijn ijzersterke principes: je kan hem niet omkopen. Dat geldt ook voor hoe hij mensen in zijn klas aanneemt: hij heeft het het eerlijkst bevonden gewoon de beste auditanten aan te nemen. Al was je zijn zoon: als hij drie plekken in zijn klas heeft, pakt hij de beste auditant, dan de een-na-beste, en dan de derde. En dan in te denken dat hij veel internationaal beroemde pianisten heeft opgeleid, zoals Avdeeva! Als ik niet bij hem was komen studeren, had mijn leven er nu heel anders uitgezien en was ik niet eens half de pianist geweest die ik tegenwoordig ben. De grootste prestatie is dus misschien het aangenomen worden in zijn klas, wat me een pad bood nog meer te presteren en een ongelooflijke ontwikkeling door te maken.


Wat zijn je doelen voor de komende jaren, zowel op het gebied van optreden als educatie?


Ik studeer in juni dus af (daarna moet ik nog wel mijn scriptie afmaken, maar ja, ik ben dan ook een pianist en geen auteur). Qua optredens zoek ik eigenlijk naar nieuwe podia en uitnodigingen, en daarvoor zal ik een aantal goede opnames moeten maken. Het hoofdstuk educatie is dan dus min of meer afgelopen, maar ik wil misschien nog wel eens naar een masterclass met Scherbakov als opfriscursus pianospelen.

Qua optredens wil ik nog eens Rhapsody in Blue spelen, maar ook de Rhapsody on a Theme of Paganini van Rachmaninov (en dat soort zaken). Ook de pianoconcerten van Schumann en Scriabin trekken me nog erg aan. Daarnaast hoop ik ook nog meer verschillende programma’s te mogen instuderen en uitvoeren, in verschillende landen. Daar ligt denk ik mijn niche: smaakvolle programma’s die iedereen kan bevatten uitvoeren en onder de mensen brengen met een mooi lintje van vormgeving en introductie eromheen. Ik heb ervoor gekozen dat met dat product, de juiste markt gevonden kan worden en dat ik wil accepteren waar dat is. Ik kan me voorstellen dat, hoewel het heel gaaf zou zijn, Carnegie Hall daar minder op zit te wachten en dat is dan oké: dezelfde sterren schijnen over ons allemaal, en als dat beter past in een kleinere zaal met intiemere setting of een stadstheater, dan vind ik dat ook prima. Als het maar goed op elkaar past, en ik doelen blijf behouden, blijf ik wel werk vinden.


Hoe zie je de rol van klassieke muziek in de moderne samenleving, en wat kunnen we doen om deze relevant te houden?


Ik denk dat de rol van klassieke muziek belangrijker is dan vaak wordt gedacht. Ik heb het al vergeleken met bijvoorbeeld een theeceremonie in Japan. Dat iets in een kleinere kring plaatsvindt, hoeft niks af te doen aan de waarde van het product zelf. Het is dan belangrijk te overwegen wat de waarde van klassieke muziek is, maar ook wat de onderliggende factoren van deze waarden zijn. Ik denk dat het vaak neerkomt op een ontmoeting met een schoonheid van iets wat we soms misschien vergeten, en dat als we eraan herinnerd worden, dat we ons dan soms zo kwetsbaar voelen dat we twijfelen of we het wel verdienen. Direct gevolgd door het idee dat we allemaal mensen zijn en dus een aangeboren waarde hebben en dat dus, ongeacht van onze afkomst, verdienen en daarmee direct gesterkt en milder worden. Dat, en de stilte en emotionele catharsis waar we soms zo naar zoeken. Bij veel rockoptredens wordt vaak meegesprongen en gedanst tijdens het concert. Mensen willen daar wisselwerken. Bij klassieke muziek ligt dat denk ik anders: mensen komen daar om dingen op te nemen en daarna misschien in zichzelf te cultiveren. Het is geen pingpong, maar landbouw. En met klassieke muziek wordt de grond vruchtbaar gemaakt en het gewas geplant, om daarna in tijden waarin het nodig is misschien geoogst te worden en deze goedheid zelf te nuttigen of uit te delen.


Nawoord PianoVrienden

Wij danken Sander Lekkerkerk voor zijn warme en oprechte bijdrage aan PianoVrienden. Zijn woorden herinneren ons eraan waarom muziek zo’n onvervangbare rol speelt in ons leven. Wij wensen hem veel succes en verheugen ons op zijn verdere muzikale avonturen. Bedankt voor het lezen en tot een volgend moment!

Redactie e-mailadres: 

info@pianovrienden.nl

Pianovrienden | 2024